Waarom bestrijding en preventie zonder gif ook nu al de beste keuze is.
Wat doet jouw bedrijf tegen plaagdieren? Steeds meer organisaties stappen over op non-tox (gifvrije) bestrijding en -preventie. Dit heeft te maken met de strengere toelatingscriteria die het CTGB per 2023 rondom gif stelt. Hoe zit dit precies? En wat zijn de voordelen en kansen voor jouw organisatie? Lees meer over non-tox bestrijding en -preventie.
Preventie en bestrijding met gif worden de laatste jaren steeds meer aan banden gelegd. Per 2017 mag rattengif vrijwel niet meer buiten gebruikt worden. Vanaf 2023 geldt dit ook voor muizengif én mag gif niet meer binnen worden ingezet. Gif mag alleen ingezet worden binnen een strikt geïntegreerd plaagdiermanagementsysteem (IPM).
Het gif waar de nieuwe regelgeving op doelt, zijn bestrijdingsmiddelen (rodenticiden) die werken op basis van anticoagulantia. Wat dit is én welke effectieve alternatieven ervoor zijn, lees je in dit artikel.
Anticoagulantia: gevaarlijk middel
Binnen Europa gelden er bepaalde regels voor dodelijke stoffen, biociden. In onze biocideverordening is vastgelegd dat stoffen op basis van een anti-bloedstollingsmiddel (anticoagulantia) verboden zijn.
Maar, deze middelen werken erg goed bij een ratten- of muizenplaag. Daarom zijn er bepaalde omstandigheden waarbij het wel is toegestaan om dit gif in te zetten. Als er onvoldoende alternatieven zijn en de stoffen onmisbaar zijn vanwege maatschappelijk belang, mag je dit gif inzetten. In dat geval móet je risicobeperkende maatregelen nemen.
Gevaarlijk spul dus. Maar waarom? Omdat deze middelen een hoge kans op doorvergiftiging hebben. Niet alleen de plaagdieren sterven zo, ook dieren die hen opeten nemen dit gif op. Bijvoorbeeld: als een muis dit gif in zijn lichaam heeft en naar buiten loopt, kan een uil die op hem jaagt ook besmet raken. Dit geldt ook voor roofvogels, katten, marterachtigen, vossen en egels.
Kennis en -Adviescentrum Dierplagen deed uitgebreid onderzoek naar doorvergiftiging. De onderzoekers vonden verschillende negatieve effecten van doorvergiftiging. Dieren krijgen al bij een kleine hoeveelheid gif last van interne bloedingen, waardoor zij bijvoorbeeld minder goed kunnen ademhalen en voortplanten. Het gif is dus bijzonder slecht voor de biodiversiteit. Een nadelige eigenschap van anticoagulantia is daarnaast dat het langzaam afbreekt. Het gif blijft dus lang actief.

Gevolgen van nieuwe regelgeving
Deze nieuwe regels hebben verregaande gevolgen. Een simpel resultaat van de regelgeving is dat particulieren geen gif meer kunnen kopen. Het gaat uit de schappen. Voor hen is de eenvoudigste oplossing: de klassieke muizen- of rattenklem. Daarnaast kunnen zij uiteraard preventieve maatregelen nemen. Denk aan hygiënische en bouwkundige maatregelen. Of zij schakelen een gecertificeerde bestrijder in die wél met gif mag werken.
Voor jouw organisatie ligt het iets anders. Het gif mag nog wel ingezet worden, maar alleen door een gecertificeerd bestrijder, als onderdeel van een Integrated Pest Management. De bestrijder mag het pas gebruiken bij ‘last’, als niet-chemische bestrijding geen oplossing biedt én er een maatschappelijk risico is. Dat kan een plaag zijn, maar ook een gezondheidsrisico in de voedingsmiddelensector.
Gif wordt met deze regelgeving dus vrijwel niet meer ingezet, alleen als laatste redmiddel en bij een maatschappelijk risico is. Dat roept de vraag op: waarom deden we dat hiervóór dan wel?
Van kat naar klapval
Voordat gif ingezet werd, was de kat een goede muizen- en rattenverdelger. Dit bood aanvankelijk genoeg bescherming. Mensen waren gewend aan de ongenode gasten.
Dat de mens een andere visie op natuur heeft ontwikkeld is geen verrassend statement. Als natuur mensen in de weg staat, delft het het onderspit. Daarnaast zijn steeds meer mensen bang voor knaagdieren en hebben zij er een negatieve associatie bij. Knaagdieren horen niet langer bij het dagelijks leven, maar moeten verdelgd worden.
De klapval (muizen- en rattenklem) was een van de manieren waarop ongedierte aangepakt werd. Maar het is een tijdrovende klus om deze vallen te controleren. En het kan tijden duren voordat je iets vangt. Niet erg efficiënt dus. Daarom ging men over op gif.
Gezondheidsrisico
Uiteraard is de veranderende mens-dierverhouding niet de enige reden waarom we plaagdieren zo agressief weren met gif. Inmiddels is bekend dat deze dieren verschillende ziektes en bacteriën met zich mee kunnen dragen. En daarom een gezondheidsrisico vormen. Om die reden werden aan bedrijven strengere eisen gesteld rondom plaagdierpreventie. Waarbij gif als een goed bestrijding én preventiemiddel werd gezien.
Verschillende werkzame stoffen
Op termijn bleek dat knaagdieren niet altijd sterven aan het gif. Wat bleek? De dieren raakten resistent voor bepaalde werkzame stoffen, waardoor het minder goed werkte.
De resistentie van deze knaagdieren heeft een genetische oorzaak, vermeldt het onderzoek van kennisinstituut Alterra (Wageningen University). Geeft een knaagdier zijn specifieke resistente gen door aan zijn nageslacht, dan is er grote kans dat dit ook niet gevoelig is voor gif. Dit nageslacht sterft niet. Andere, niet-resistente knaagdieren leggen het loodje, waardoor er veel eten overblijft voor de resistente soortgenoot. Zo krijgt deze laatste voldoende mogelijkheden om zich voort te planten. Waardoor op den duur alleen resistente knaagdieren overblijven.
Gif leek aanvankelijk de perfecte oplossing voor een knaagdieroverlast, maar is dat inmiddels al lang niet meer. Knaagdieren zijn steeds vaker resistent, maar andere diersoorten raken vergiftigd. We moeten dus met een betere bestrijdingsmethode komen. Gif is niet dé oplossing voor alle ongedierteproblemen. De laatste jaren zien steeds meer bedrijven in dat preventie ook anders kan.
Efficiënt alternatief: preventie met IPM
Wat is dé oplossing dan wel? Voorop staat dat ongediertepreventie en -bestrijding geen magie is. Er is geen wondermiddel. Het gaat om het grotere plaatje. Om hoe je een ongedierteprobleem in de kiem smoort. Dit is precies wat je doet met slim Integrated Pest Management (IPM).
Met doordacht IPM voorkom je door verschillende preventieve maatregelen te nemen dat er een ongedierteplaag ontstaat. Voor iedere organisatie is de uiteindelijke invulling van IPM -het preventieplan- anders. Want er is een breed spectrum aan kwaliteitsnormen en preventie-eisen.
Wat in ieder geval bij een goed preventieplan hoort, zijn permanent monitoring, periodieke inspecties, bouwkundige wering en samenwerking met de klant.
Permanent monitoring
24/7 aandacht voor ongedierte, dat is permanent monitoring. Een efficiënte digitale monitoring-tool bij knaagdieren is de communicerende val. Deze muizen- en rattenvallen signaleren via sensoren en het internet op afstand activiteit. Zo weet je precies wat de omvang van het ongedierteprobleem is en welke probleemzones er in je pand zijn.
Communicerende vallen en permanent monitoring in het algemeen hebben drie grote voordelen. Het eerste: in communicerende vallen kun je gifvrij, milieuvriendelijk lokaas plaatsen. Het tweede voordeel is dat deze vallen de locatie van de activiteit doorgeven via een app. Zo kan de bestrijder doelgericht vallen controleren. Dit bespaart tijd, die hij kan besteden aan bijvoorbeeld inspectie. Tot slot kan een bestrijder snel reageren, omdat hij direct een melding krijgt en niet afhankelijk is van de periodieke controle.
Inspectie
Naast permanent monitoring is inspectie een essentieel onderdeel van een goed preventieplan. Want: bij een grondige inspectie weet je pas écht waar plaagdieren zich ophouden en welke risicovolle mankementen je pand heeft. Vervolgens kun je hierop anticiperen met relatief eenvoudige maatregelen, zónder gif.
Bij een grondige inspectie kun je denken aan: machines openmaken, op ovens klimmen en op het systeemplafond kijken. En de trap erbij pakken om bijvoorbeeld kabelgoten en richels inspecteren. Een ervaren bestrijder weet na zo’n inspectie welke hygiënische en bouwkundige risico’s er zijn. En waar ongedierte zich bevindt.
Bouwkundige wering
Bouwkundige gebreken zijn de toegang en schuilplaats voor knaagdieren. Daarom is het veel effectiever om deze mankementen op te lossen dan om gif te plaatsen. Met bouwkundige aanpassingen creëer je namelijk een toekomstbestendige oplossing. En is het risico op een plaag veel kleiner.
Veelvoorkomende gebreken zoals doorgeknaagde kitranden, kieren en gaten in de muren en open doorvoeropeningen voor leidingen zijn eenvoudig te verhelpen. Maak kieren dicht met anti-knaagkit, werk doorvoeropeningen af met speciaal gaas en plaats rvs-stootvoegroosters in stootvoegen in de buitenmuur. Een goede bestrijder kan deze weringswerkzaamheden direct uitvoeren.
Zo heb je een goede basis voor je Integrated Pest Management. Want eventuele bestrijding werkt veel beter als je knaagdieren kunt isoleren. En weet waar ze precies zitten. Als het ongedierte vrij kan rondlopen, kost het veel meer tijd en energie om hen te bestrijden.
Andere visie, andere werkwijze
Deze andere visie op preventie vraagt om een andere werkwijze. Het idee dat je gif moet plaatsen als je ongedierte signaleert, is een misvatting. En dat je pas bij een plaag een expert vraagt, is niet realistisch. Door plaagdieren te monitoren en preventieve maatregelen te nemen samen met de opdrachtgever blijft een plaag vaak uit.
Samenwerking is het woord dat past bij preventie zonder gif. De bestrijder en opdrachtgever gaan om de tafel. Ze bespreken de resultaten van de inspectie en welke actie ondernomen moet worden. Zijn er problemen met hygiëne of voedselopslag? Staan ramen of deuren vaak onnodig en onbeheerd open? Hierbij is de opdrachtgever aan zet en wordt ondersteund door de bestrijder.
De bestrijder komt niet pas in beeld als het knaagdierprobleem uit de hand is gelopen. Maar al veel eerder, als er misschien niets aan de hand lijkt. Hij heeft een signalerende, monitorende en adviserende rol. En staat naast de opdrachtgever. Dit sterke samenwerkingsverband voorkomt dat jouw bedrijf schade oploopt.
Kansen en voordelen voor jouw organisatie
Deze verschuiving van verantwoordelijkheden biedt kansen voor jouw organisatie. Je kunt immers ook zelf maatregelen nemen, zoals je medewerkers laten voorlichten. Een bestrijdingstechnicus kan dit uit handen nemen of je hierbij ondersteunen. Medewerkers weten hierna bijvoorbeeld hoe zij voedsel op de juiste plaats en manier opbergen. In combinatie met praktisch, haalbaar en effectief IPM voorkomt dit veel problemen.
Het grootste voordeel van deze manier van preventie is het duurzame resultaat. Jouw ongediertemanagement hangt niet af van gif dat wel of niet werkt. Want er is veel meer wat je kunt doen. Je hebt daardoor zelf controle over plaagdieren, omdat je een goed plan hebt.
Een tweede voordeel is dat het vertrouwen wekt bij je klanten. Eerder zagen zij wellicht zwarte dozen met gif staan. Dit roept negatieve associaties op. Want het lijkt alsof je last hebt van een ongedierteprobleem, terwijl het ook een preventieve maatregel kan zijn.
Daarnaast is het veiliger om geen gif te gebruiken, omdat het schade kan toebrengen aan jouw bedrijf én het milieu.
Alleen voeren?
Is het nu zo dat je niet meer mag bestrijden, alleen voeren? Dit is een vraag die wij vaak krijgen van de klant. Met dit voeren doelen zij op onze monitoring. Met non-tox lokaasmiddelen kunnen wij zien of er knaagdieren zijn als zij hiervan eten. Daarmee monitoren wij de risico’s en brengen we het ongedierteprobleem in kaart. Op basis hiervan kun je maatregelen nemen: bouwkundige of hygiënische. Ook kun je dit monitoren en bestrijden goed samenbrengen in een (communicerende) val: je lokt het knaagdier met ‘voedsel’ in de val.
Een tweede vraag die we vaak krijgen is: mogen we dan helemaal geen gif meer gebruiken? Voor preventiedoeleinden mag dit inderdaad niet meer. Maar als andere middelen een plaag niet kunnen oplossen, dan mag een gecertificeerd bestrijder nog altijd gif inzetten. Op een verantwoorde manier. Dat betekent dat als de bestrijding achter de rug is, hij het gif weer inneemt en terug gaat naar een non-tox monitoringsysteem. Vervolgens gaat hij om de tafel met de opdrachtgever om een nieuw preventieplan op te stellen. Zodat de kans op een vergelijkbare plaag veel kleiner is.
Voorbereiden op de nieuwe maatregel
Om plaagdieren te voorkomen, heb je dus in principe geen gif nodig. Andere oplossingen zijn veel duurzamer en meer controleerbaar. Pas als je alles hebt geprobeerd en als het in het maatschappelijk belang is, kun je op een verantwoorde manier bestrijden met gif.
De beste manier om jouw organisatie klaar te stomen voor de nieuwe regelgeving is dus starten met efficiënt Integrated Pest Management. Stel samen met een expert een preventieplan op en bepaal wat er moet gebeuren om de ongedierterisico’s in te perken.
Grijp de kans van de strengere gifregelgeving aan om opnieuw naar jouw ongediertemanagement te kijken. En om dit slimmer in te richten. Zo is jouw IPM klaar voor 2023.